Karl Heidt werd in 1896 in Wenen geboren. Hij groeide op in een welgesteld en modern gezin; zijn ouders waren bevriend met de Oostenrijkse wetenschapper Rudolf Steiner, grondlegger van de antroposofische levensleer Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak diende hij in het Oostenrijkse leger waar hij de rang van ‘Leutnant in der Reserve des Festungsartillerieregiments’ bekleedde. Op 8 juli 1917 ontving hij een onderscheiding vanwege ‘tapferes Verhalten vor dem Feinde’.
Na de oorlog ging hij medicijnen studeren aan de universiteit van Wenen en specialiseerde hij zich als KNO-arts. Hij trouwde met de Weense verpleegkundige Karla Karl (1897). Vanwege zijn arbeidsvooruitzichten vertrok Karl naar Nederlands-Indië waar hij begin december 1926 aankwam. Een paar manden later, in april 1927 verscheen in verschillende Nederlands-Indische kranten een advertentie waarin werd aangekondigd dat Dr. Heidt in Medan een praktijk voor ‘Oor, Neus Keel en Mondziekten (tevens algemeen praktijk)’ heeft geopend. Een maand later, in mei 1927, arriveerde ook Karla in Medan. Op 24 maart 1928 werd daar hun dochter Valerie geboren.
Na enige tijd kreeg het gezin Heidt de mogelijkheid om in Bandung (Java) een eigen praktijk te openen. Karl werkte er als KNO-arts, Karla had de zorg voor het huishouden, het gezin en personeel. Valerie kreeg in mei 1929 een broertje, Karl. Valerie en haar broertje Karl bezochten de Rudolf Steiner-school, een privéschool in Bandung. Ze spraken Maleis met het huispersoneel, Nederlands met de mensen op straat en Duits met hun ouders. Valerie herinnerde zich haar leven van destijds als ‘eine wunderschöne Kindheit’. Filmbeelden die vader Karl van zijn kinderen maakte zijn daarvan de stille getuigen.
Karl Heidt was een vooraanstaand KNO-arts, verbonden aan verschillende ziekenhuizen zoals het Zendingshospitaal en het St. Borromeus Hospitaal in Bandung. In verschillende Nederlands-Indische kranten verschenen advertenties van patiënten die hem bedanken voor zijn goede zorg. Daarnaast hield Karl van snelle auto’s en dat bleef niet zonder gevolgen. In 1929 raakte zijn splinternieuwe Hupmobile tijdens een uitje van de weg waarbij een vriendin van de familie om het leven kwam. De grote hoeveelheid artikelen die over dit ongeluk verscheen, doen vermoeden dat dr. Heidt en zijn vrouw zich binnen korte periode zeer geliefd hadden gemaakt binnen de Nederlands-Indische maatschappij. In augustus 1933 vloog (!) Karl naar Europa voor een drie maanden durend bezoek. De laatste vermelding van dr. Karl Heidt in een Nederlands-Indische krant dateert van 20 april 1940. Hij werd aangekondigd als één van de sprekers tijdens een medisch congres waar hij een lezing zou houden over het larynxcarcinoom.
Nog geen drie weken later, op 10 mei 1940, kwam aan het mooie leven van de familie Heidt abrupt een einde toen vader Karl werd opgepakt. Dochter Valerie herinnerde zich dat de voortuin vol politieagenten stond en dat één van hen naar haar vader vroeg en tegen haar zei: ‘Der Hitler ist in Holland einmarschiert und ihr wird nicht die einzigen sein die darunter leidet.’ Haar vader werd weggevoerd in een auto. Ze heeft hem nooit meer teruggezien.
Karla, Valerie en Karl waren vanaf die datum ‘vijandelijke onderdanen’. De kinderen mochten niet meer naar school, het ouderlijk huis werd in beslag genomen en het gezin werd gemeden door vrienden en bekenden. Na enige tijd werden moeder en kinderen naar een ‘beschermingskamp’ voor vrouwen en kinderen in Tjibadak in West-Java gebracht waar ze verbleven ze tot eind 1940. Na een paar maanden in het kamp konden vrouwen en kinderen via Japan, Korea, Mantsjoerije, Siberië, Rusland en Polen terugkeren naar Duitsland of Oostenrijk. Kort na kerst 1940 vertrokken Karla en haar kinderen; twee maanden later arriveerden ze in Wenen.
Karl bleef achter in het interneringskamp in de Alasvallei op Sumatra. Hij schreef vaak en regelmatig aan zijn vrouw en kinderen; eerst naar het beschermingskamp, later ook naar de adressen in Japan en vervolgens in Wenen. Uit de kaarten blijkt dat hij ook in het kamp werkzaam was als arts; hij vroeg Karla zijn medische naslagwerken op te sturen. Hij hield goede moed, maar hij miste zijn gezin enorm.
Op 18 januari was hij één van de 477 Duitse burgergeïnterneerden aan boord van de Van Imhoff. In tegenstelling tot veel van zijn lotgenoten, wist hij de ramp te overleven. Op 23 januari kwam hij aan op het eiland Nias waar hij, samen met 63 anderen, opnieuw gevangen werd genomen door de Nederlandse politie. Toen de Japanse bezetters het bestuur over het eiland overnamen, pakte Karl Heidt zijn werk als arts weer op in het ziekenhuis in Gunung Sitoli. Daar stierf hij op 3 september 1942. Karl Heidt werd vlakbij het ziekenhuis van Gunung Sitoli begraven.
- Geboren: 1896
- Geboorteplaats: Wenen (Oostenrijk)
- Gehuwd met Karla Karl (1897), vader van Valérie (1928) en Karl (1929)
- Woonplaats: Medan, Bandung
- Werk: Keel-, Neus- en Oorarts, verbonden aan o.m. het Borromeus Hospitaal en het Zendingshospitaal in Bandung