Wilhelm Beate

Wilhelm Beate

Karl Wilhelm (Willy) Beate werd op 22 maart 1878 geboren in het oude stadscentrum van Keulen. Zijn vader was telegrafist en woonde op het moment van Willy’s geboorte bij zijn schoonfamilie. In 1900 trouwde Willy met Elisabeth Schneider. Ze kregen vier zonen en één dochter, van wie alleen Willy jr. en Theodor de volwassen leeftijd bereikten. Willy begon zijn loopbaan als documentschrijver en werd vervolgens bureauklerk en ondernemer. Willy had veel belangstelling voor de ontwikkelingen in de techniek. Als een van de eersten had hij een motorfiets. Uit de bewaard gebleven verzameling foto’s blijkt dat hij in de loop der jaren autoraces en vliegshows bezocht.

Eind 1912 besloot Willy met zijn vrouw Elisabeth en hun zoontjes Willy jr. en Theodor niet langer in Duitsland te blijven, maar naar Nederland te vertrekken. Wat de precieze reden van dit vertrek was, is niet bekend. De familie streek in februari 1913 neer in Haarlem, waar de beide jongens de net geopende School B aan de Soendastraat bezochten. Het bevolkingsregister van Haarlem vermeldt als beroep van Willy ‘zeepzieder’. In 1914 vertrok Willy naar Soerabaja om na een half jaar gevolgd te worden door zijn gezin. In Soerabaja leek Willy snel zijn draai gevonden te hebben. Hij begon als bedrijfsleider in een zeepfabriek en werd later eigenaar van een koffieplantage in Midden-Java en van een chemische fabriek in Malang (Oost-Java). Het gezin woonde op meerdere plekken in Soerabaja. Toen de kinderen eenmaal op eigen benen stonden, trokken Willy en zijn vrouw eerst naar Pakisadji (midden Java) en ten slotte naar Poerworedjo: Willy’s laatste woonplaats.

Willy hield van reizen en ieder jaar maakte het gezin meerdere trips in Nederlands-Indië, Singapore en zelfs naar China. Na Elisabeths overlijden in 1933 trok Willy zich terug uit het actieve leven. In zijn huis in Poerworedjo las hij de vele boeken die hij de voorafgaande dertig jaar had verzameld. Hij was 62 jaar en gepensioneerd toen Nederlandse militairen hem na de Duitse inval in Nederland op 10 mei 1940 thuis kwamen oppakken. De militairen troffen hem aan in zijn pyjama en gaven hem geen kans om zich fatsoenlijk te kleden. Hij werd afgevoerd naar fort Ngawi. Daar zag hij zijn jongste zoon Theodor, die toen 35 jaar was. Zijn oudste zoon, Willy jr., was sinds 1928 Nederlands staatsburger en gemobiliseerd toen de oorlog uitbrak. Ondanks deze naturalisatie werd ook hij geïnterneerd. Hij verbleef in verschillende kampen, waaronder fort Ngawi. Daar aangekomen, sprak hij kort met zijn vader die op het punt stond naar Lawé Sigala-Gala op Sumatra te worden gebracht. Net als zijn broer Theodor en andere geïnterneerde mannen met de Duitse nationaliteit.

In Lawé Sigala-Gala kampte Willy met maagproblemen. Mogelijk lag hij in het ziekenhuis op het moment dat de eerste twee groepen geïnterneerde Duitsers naar Brits-Indië werden overgebracht. Ook zijn zoon Theodor was al meegenomen naar Brits-Indië. Willy werd enkele weken later op de Van Imhoff geplaatst. Een maand na de ondergang van het schip hoorde Willy Jr. in fort Ngawi dat zijn vader tot de vermisten behoorde.

 

  • Geboren: 22 maart 1878
  • Geboorteplaats: Keulen, Duitsland
  • In 1900 gehuwd met Elisabeth Schneider
  • Werk: ondernemer
Ludwig Högel

Ludwig Högel

Op 1 juli 1914 vertrok de 21-jarige matroos Ludwig Högel vanuit de haven van Bremen met het stoomschip Roon naar Australië. Hij werkte als stoker voor de Duitse koopvaardijmaatschappij Norddeutscher Lloyd. Nog tijdens de reis brak de Eerste Wereldoorlog uit en werd de kapitein genoodzaakt naar neutraal gebied uit te wijken. Het schip meerde aan in de haven van Tjilatjap in Nederlands-Indië. De bemanning bleef daar gedurende de oorlog.

Ludwig bouwde in die oorlogsjaren een bestaan op in Nederlands-Indië en besloot te blijven, net als enkele van zijn Duitse vrienden. Tot 1922 werkte hij als assistent-employé op een onderneming aan de westkust van Sumatra. In 1923 ging hij aan de slag als werktuigbouwkundige op de theeonderneming Parakan Salak in Soekaboemi op Java. Daar trouwde hij op 25 december 1925 met de Indische Pauline Caroline van der Leij. Tussen 1926 en 1939 kregen zij zeven kinderen: Anna Carolina, Margarete (Margreet), Carl, Maria, Ernst, Friedrich (Frits) en Lulu.

Ondertussen was Ludwig in 1933 een eigen bedrijf begonnen, een fabriek waar machines voor theeplantages werden ontworpen en gebouwd. De onderneming liep zo goed dat Ludwig een nieuwe, grotere fabriek liet bouwen in Tjipoho ten zuiden van Soekaboemi, de n.v. Technische Industrie L. Högel. De Borneo Sumatra Handelmaatschappij investeerde in Ludwigs bedrijf en had financiële belangen in de handel met en van de onderneming. Naast machines voor de theeplantages zouden machines voor rubberondernemingen worden ontworpen. Ook zou het bedrijf onderdelen leveren en reparaties uitvoeren. Op 1 augustus 1939 ging de onderneming van start. Het gezin woonde vlakbij het bedrijf.

Het bedrijf was nog in de opstartfase toen Duitsland op 10 mei 1940 Nederland binnenviel en met de code ‘Berlijn’ het teken werd gegeven tot internering van alle mannen met de Duitse nationaliteit van zeventien jaar en ouder in Nederlands-Indië. De commissaris van politie, een vriend van de familie Högel, kwam bij Ludwig aan huis en vroeg hem zijn koffer te pakken en mee te komen. Ludwig werd geïnterneerd vanwege zijn Duitse nationaliteit, eerst op Onrust en naderhand in Lawé Sigala-Gala op Sumatra.

De onderneming werd onmiddellijk geconfisqueerd door de overheid. Op 18 mei 1940, deed Ludwigs vennoot, de Borneo Sumatra Handel Maatschappij, een voorstel aan de Commissie voor Rechtsverkeer in oorlogstijd om het bedrijf over te nemen. Omdat nog niet alle investeringen waren terugverdiend, zou dit worden gefinancierd met Högels kapitaal.

Ludwig keerde niet meer terug. Hij kwam op 19 januari 1942 op 48-jarige leeftijd om het leven bij de ondergang van de Van Imhoff. Lulu was nog geen half jaar toen haar vader werd geïnterneerd en uit haar leven verdween. Ze hoorde later dat er werd gecorrespondeerd met haar vader in het kamp en dat hij een foto kreeg van zijn twee jongste kinderen Frits en Lulu. Ernst was vijf jaar toen Ludwig werd opgehaald en heeft het daar altijd moeilijk mee gehad. Maar ook Margreet zou veel bezig zijn met de gebeurtenis die hun leven zo drastisch veranderde. Zij verzamelde informatie over de ramp en maakte een familiealbum met herinneringen aan haar vader, zijn voorouders en het gezin Högel.

 

  • Geboren: 14 mei 1893
  • Geboorteplaats: Frankfurt am Main, Duitsland
  • In 1925 gehuwd met Pauline van der Leij   
  • Werk: werktuigkundige en ondernemer
Mediaoverzicht 2022

Mediaoverzicht 2022

Rondom de start van het onderzoek in mei 2022 verschenen de volgende berichten in (online) media:

Op www.defensie.nl: “Onderzoek naar de scheepsramp met de Van Imhoff in 1942”, 27 juni 2022.

Bij de Indische Genealogische Vereniging (IGV) een artikel van projectleider Maaike van der Kloet: “Onderzoek Van Imhoff gestart”, 17 februari 2022.

Op Maritiem Portal een blog van projectleider Maaike van der Kloet: “NIMH start onderzoek Van Imhoff”, 9 maart 2022.

 

Rondom de kick-off van het onderzoek in augustus 2022 verschenen de volgende berichten in (online) media:

Op www.rijksoverheid.nl: “NIMH begonnen met langdurig onderzoek naar scheepsramp met de Van Imhoff”, 31 augustus 2022.

 

Andere berichten over de Van Imhoff:

Maureen Welscher, “Duitsers in Nederlands-Indië tijdens de Tweede Wereldoorlog”, GEN. 2, juni 2022.

Ronald Frisart, “Van Imhoff-drama in Indië werkt door tot huidige dag”, Historiek.net, 28 juli 2022.

Hans Hemmes, “Gedane zaken: 400 doden bij scheepsramp”, AD/Haagse Courant, 15 november 2022.

In Pelita Nieuws verscheen twee keer een artikel over het Van Imhoff-onderzoek, in augustus 2022 en oktober 2022.

In Impact Magazine verscheen een artikel van projectleider Maaike van der Kloet, voorzien van drie portretten van vier slachtoffers. Het artikel is hier te downloaden. Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met de nabestaanden van de slachtoffers in de portretten.

Maureen Welscher, “Doofpotaffaire WOII: Onderzoek naar de gezonken ‘Van Imhoff'”, Indah 11-12, november 2022.

 

Albert Schoen

Albert Schoen

Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog werd de jonge Albert Schoen opgeroepen voor de militaire dienst in Duitsland. Hij werd ingedeeld bij de Kaiserliche Marine en op een onderzeeboot in de Zwarte Zee geplaatst. Na de oorlog diende hij korte tijd bij de Vorläufige Reichsmarine in Kiel, totdat Albert besloot het land te verlaten en naar Nederlands-Indië te gaan. 31 oktober 1921 werd hij als negentienjarige op de politieschool in Buitenzorg, het huidige Bogor, toegelaten en begon zijn loopbaan bij de politie.

Beginnend bij de veldpolitie in Batavia, klom Albert op tot hoofdagent van politie eerste klasse bij de stadspolitie in Surabaya. Hij diende niet alleen op Java, maar werd ook enige tijd in Balikpapan op Borneo geplaatst. In 1933 trouwde hij met Lina Helbling, destijds 34 jaar oud. Lina was dochter van een Zwitserse vader en een Indonesische moeder. Zij verloor haar ouders op jonge leeftijd en groeide op bij nonnen in Semarang, Java. Eenmaal volwassen  kreeg ze werk bij een konditorei – een banketbakker − van een Zwitserse familie. Toen ze met Albert trouwde had ze een zoon, Leo. Ook Albert had al kinderen: Ursula, uit een relatie met een Duitse vrouw, en Pop uit een relatie met een Indonesische vrouw die hij op Borneo had leren kennen. Samen kregen Albert en Lina nog drie kinderen: Albertine, Wolfgang en Löwhardt. Deze kinderen groeiden samen op in het gezin.

Na bijna negentien dienstjaren bij de politie in Nederlands-Indië werd Albert op 10 mei 1940 geïnterneerd vanwege zijn Duitse nationaliteit en verloor hij zijn huis en bezittingen. Vanaf dat moment zorgde Lina alleen voor de vijf kinderen onder moeilijke omstandigheden. Ursula was kort voor de oorlog naar haar familie in Duitsland teruggekeerd. Leo, die als enige van het gezin de Nederlandse nationaliteit had, werd als dienstplichtige voor het KNIL door de Japanse bezetter krijgsgevangene gemaakt en te werk gesteld bij de Birmaspoorlijn. Vervolgens werd hij als dwangarbeider naar Japan vervoerd om daar in de mijnen te werken. Hij zag de atoombom op Nagasaki vallen en moest helpen bij het opruimen van de verwoeste stad. Lina en de vijf kinderen werden na de oorlog herenigd. Albert keerde niet meer terug. Hij was 39 jaar oud, toen hij aan boord ging van de Van Imhoff en het noodlot toesloeg.

 

  • Geboren: 19 mei 1902
  • Geboorteplaats: Bergerdorf, Hamburg, Duitsland
  • In 1933 gehuwd met Lina Helbling  
  • Werk: hoofdagent bij de politie