Herbert Schlösser

Herbert Schlösser

Herbert Siegfried Schlösser en zijn tweelingbroer Otto Herbert werden geboren op 25 november 1911 in de stad Szaszvolkàny, dat toen onder Oostenrijk-Hongarije viel maar tegenwoordig in het midden van het moderne Roemenië ligt. Zij waren het derde en vierde kind van Margrethe en Johannes Schlösser. Na de tweelingbroers volgden nog drie kinderen, twee zusjes en een broertje. De oudste vijf kinderen uit het gezin werden geboren in Szaszvolkàny. Vanwege de Eerste Wereldoorlog was de familie gedwongen Roemenië te verlaten in 1915. Het gezin vluchtte naar Duitsland en via Berlijn en Thüringen kwam het gezin in het Saargebied terecht, in de stad Saarlouis. Broer Otto koos voor een carrière als arts en bleef in Duitsland. Herbert had economie gestudeerd aan de universiteit. Net als veel van zijn familieleden had hij een avontuurlijke levenshouding. Hij wilde naar Amerika en solliciteerde voor een baan in de Verenigde Staten.

Maar in 1937 deed hij eerst wat anders. Zijn jongere zus Erica Schlösser was ‘met de handschoen’ (op afstand) getrouwd met Zeger Reijers, die zij via wederzijdse kennissen in Nederland had ontmoet. Zeger had net een baan in Nederlands-Indië geaccepteerd op een kina-onderneming nabij Bandung. Herbert werd gevraagd om zijn zus Margrethe tijdens haar bootreis naar Nederlands-Indië te begeleiden. Waarschijnlijk kon Herbert vervolgens de Verenigde Staten, waar hij eigenlijk heen wilde, niet meer bereiken door de dreigender oorlogssituatie op zee. Hij besloot in Nederlands-Indië te blijven. Op Java logeerde hij meermaals bij zijn zus Erica, die een door haar man gebouwd vakantiehuisje op de berg Bintang, nabij Bandung, had. Hij liet na een verblijf tijdens Pasen 1937 zelfs een lief bericht voor zijn zus achter in het gastenboek van het vakantiehuisje, dat haar dochter nog altijd in haar bezit heeft.

Herbert ontving via de Duitse consul in Nederlands-Indië een oproep voor militaire dienst. Als hij niet zou komen opdagen, zou zijn Duitse paspoort worden ingetrokken. Herbert voelde echter niks voor militaire dienst onder het naziregime. Hij had zich toen het Saarland in 1935 weer Duits gebied werd, al eens vrijwillig voor de dienstplicht gemeld bij de marine. Toen werd hij echter weggestuurd vanwege personeelsoverschotten. Herbert had tegen zijn familie gezegd dat hij liever zou deserteren, dan zou dienen onder de nazi’s.

Zo ver kwam het allemaal niet. Herbert werd namelijk op 10 mei 1940 vanwege zijn Duitse nationaliteit geïnterneerd. Hij had de gespannen situatie in de wereld goed aangevoeld. Hij had besloten een belangrijk bezit, zijn uit Duitsland geïmporteerde auto, aan zijn zus en haar man cadeau te geven. Zodoende kon die auto niet ‘onteigend’ worden tijdens zijn internering.

Herbert Schlösser kwam op 31-jarige leeftijd om bij de scheepsramp met de Van Imhoff op 19 januari 1942. Hij had geen directe nazaten, maar de herinnering aan hem leeft voort bij zijn nichten en neven in Duitsland en Nederland.

 

  • Geboren: 25 november 1911
  • Geboorteplaats: Szaszvolkàny, Roemenië
Erwin von Zach

Erwin von Zach

Erwin Julius Ritter von Zach werd geboren op 18 april 1872 in Wenen, Oostenrijk. De adellijke titel Ritter kreeg hij van zijn ouders, die behoorden tot de Oostenrijkse aristocratie. Erwin en zijn familie verhuisden frequent door Europa; ze woonden in Krakow en Wenen en in de regio Tirol. Erwin studeerde aansluitend in Leiden. Hij voelde een diepe genegenheid voor het land Oostenrijk, zo memoreerde collega-sinoloog Alfred Forke in een in memoriam in het Zeitschrift der Deutschen Morgenländischen Gesellschaft in 1943.

Von Zach werd opgeleid tot sinoloog aan de universiteiten van Wenen en Leiden, maar werkte ook als consul voor de Oostenrijkse diplomatieke vertegenwoordiging in China. Hij was een begaafd man die onder andere Duits, Nederlands en Russisch sprak en, naast Chinees, ook de Oost-Aziatische talen Manchu en Tibetaans beheerste. Hij vertaalde onder andere Wen Xuan, één van de vroegste en belangrijkste bloemlezingen van Chinese poëzie en literatuur, waarmee hij een grote bijdrage leverde aan het bekendstellen van deze teksten in Europa. Ook vertaalde hij poëzie van de Chinese dichters Li Bai en Han Yu.

Na enkele jaren werkzaam te zijn geweest bij de Chinese maritieme douane in Peking, stapte hij in 1901 over naar de Oostenrijkse consulaire diensten. Hij was onder meer als attaché-vertaler en viceconsul actief in Tianjin, Hongkong, Yokohama (Japan), Singapore en Batavia/Jakarta. In 1909 promoveerde hij in Wenen op zijn serie Lexikographische Beiträge. Zijn bijdragen aan het onderzoek naar de Chinese taal werden en worden geroemd onder taalwetenschappers.

Vanwege de Eerste Wereldoorlog werden zijn bezittingen, waaronder zijn bibliotheekcollectie en zijn vermogen, door de Engelsen geconfisqueerd. Ook werd hij uitgewezen uit Engeland. Hierop besloot hij naar Sumatra te trekken. Zijn boeken kreeg hij uiteindelijk terug, zijn vermogen schonk hij aan de Akademie der Wissenschaften in Wenen. In 1920 trad Von Zach in dienst bij de Nederlands-Indische koloniale overheid als gouvernementsaccountant. Dit was een populaire overheidsbetrekking onder sinologen, omdat deze accountants verantwoordelijk waren voor het controleren van de boeken van Chinese bedrijven.

Erwin von Zach was niet gehuwd. Uit Singapore had hij een Tamil-bediende meegenomen en een Javaanse vrouw zorgde voor het huishouden. Op achtenzestigjarige leeftijd werd hij op 10 mei 1940 geïnterneerd vanwege zijn Oostenrijkse staatsburgerschap. Hij kwam om tijdens de scheepsramp met de Van Imhoff op 19 januari 1942, enkele maanden voor zijn zeventigste verjaardag.

 

Gebruikte bronnen:

Maas, Utz, “Zach, Erwin, Ritter von“, Verfolgung und Auswanderung deutschprachiger Sprachforscher 1933-1945, via: https://zflprojekte.de/sprachforscher-im-exil/index.php/catalog/z/494-zach-erwin-ritter-von (geraadpleegd op 12 september 2023).

Zach, Erwin von, Lexicographische Beiträge. Grammatik, Lexikographie, Übersetzungen (Peking/Wenen 1901). Digitaal raadpleegbaar via het Münchener DigitalisierungsZentrum van de Bayerische Staatsbibliothek: https://daten.digitale-sammlungen.de/0006/bsb00068797/images/index.html?id=00068797&groesser=&fip=xdsydeayaxseayafsdryztsxdsydewqwxdsydw&no=4&seite=1 (geraadpleegd op 12 september 2023).

Forke, Alfred, “Erwin Ritter von Zach in memoriam“, Zeitschrift der Deutschen Morgenländischen Gesellschaft Band 97 (1943) 1-15.

Het tijdschrift is in zijn geheel raadpleegbaar via de Universitäts- und Landesbibliothek Sachsen-Anhalt: https://menadoc.bibliothek.uni-halle.de/dmg/periodical/titleinfo/2327.

Het artikel over Erwin von Zach is ook via JStor te downloaden: https://www.jstor.org/stable/43374549. De portretfoto is afkomstig uit dit tijdschrift.

 

Dit portret is samengesteld op basis van openbaar toegankelijke wetenschappelijke bronnen. Mochten nazaten of anderen dit lezen en aanpassingen of toevoegingen hebben, gelieve contact op te nemen via info@van-imhoff.com.

  • Geboren: 18 april 1872
  • Geboorteplaats: Wenen, Oostenrijk
  • Werk: wetenschappelijk onderzoeker en vertaler in de sinologie, sinoloog bij de Nederlands-Indische overheid en consul voor Oostenrijkse vertegenwoordigingen in Zuidoost- en Oost-Azië

Werner Wohl

Werner Wohl

Wilhelm Moritz Werner Wohl vertrok midden jaren dertig naar Nederlands-Indië, waar hij in Surabaya aan de slag ging bij de firma Schlieper. Het Duitse staalbedrijf, dat bekend werd met de fabricage van de Solinger messen, had verschillende vestigingen in Nederlands-Indië. Het moederbedrijf was gevestigd in Remscheid, Noordrijn-Westfalen, waar de familie Wohl niet ver vandaan woonde in de stad Wermelskirchen. Werner verliet Duitsland op aandringen van zijn vader Kurt Wohl die hem snel zou volgen om in Nederlands-Indië zijn artsenpraktijk voort te zetten. Dat werd hem in Duitsland onmogelijk gemaakt, omdat hij joods was, ook al stond Kurt zelf als protestant ingeschreven. Voor Kurt en zijn zoon werd het steeds onveiliger in Europa vanwege de opkomst van het nazisme in Duitsland. Nederlands-Indië leek een veilige heenkomen te bieden. Verzoeken om zich tot Nederlander te naturaliseren waren om financiële redenen in mei 1940 nog niet gerealiseerd.

Op 14 mei 1936 trouwde Werner met de Nederlandse Margaretha (Marga) Ten Hoet. Zij was als vierjarige in januari 1918 naar Nederlands-Indië gekomen, samen met haar broer en haar moeder, die in Batavia als stenograaf bij de Volksraad werkte. Dat was een in 1918 opgericht adviesorgaan van de koloniale overheid, waarin behalve Nederlanders ook Indonesiërs van verschillende etnische achtergronden vertegenwoordigd waren. Marga werd na het behalen van haar diploma lerares in Batavia. Werner en Margaretha vestigden zich na hun huwelijk in Surabaya. Daar werd in maart 1939 hun zoon Hans geboren. Werner schreef zijn zoon niet in bij het Duitse consulaat, zoals gebruikelijk was na een geboorte bij Duitse immigranten in het buitenland.

Op 10 mei 1940 werden Werner en Kurt opgepakt en geïnterneerd vanwege hun Duitse afkomst. De joodse achtergrond van de inmiddels 64-jarige Kurt veranderde daar niets aan. Een verzoek om tot Nederlander te worden genaturaliseerd kon niet meer worden behandeld. Hoe en waar zij werden opgepakt is niet bekend. Wel dat Werner en zijn vrouw elkaar regelmatig schreven gedurende zijn internering. Hun zoon Hans heeft de stapel kaarten bewaard die zijn vader schreef. Daaruit spreekt vooral vertrouwen op een goede afloop en de hoop elkaar snel weer te zullen zien. Ook drukte Werner zijn vrouw op het hart hun zoon Nederlands op te voeden. Werner en Kurt verbleven in het ‘anti-nazi’-blok in het interneringskamp in Lawé-Sigalagala op Sumatra.

Voor Marga brak een lastige tijd aan. Ze werd niet langer geaccepteerd door de Nederlandse gemeenschap vanwege haar huwelijk met een Duitse man, maar ze voelde zich als Nederlandse ook niet thuis onder de achtergebleven Duitse vrouwen. Omdat het huis en de bezittingen in Surabaya waren geconfisqueerd en het inkomen van Werner was weggevallen, trok zij met haar zoon Hans in bij haar moeder in Bandung.

Na het uitbreken van de oorlog met Japan op 8 december 1942 werden de Duitse geïnterneerden naar Sibolga verplaatst om vandaaruit per schip naar Brits gebied te worden overgebracht. Werner en zijn vader zouden met het derde en laatste schip, de Van Imhoff, vertrekken. Vader en zoon waren al ingescheept toen Kurt plotseling van boord werd gehaald omdat aan wal dringend een arts nodig was. Het schip verliet de haven zonder hem. Zijn zoon Werner was 37 jaar toen hij op 19 januari 1942 om het leven kwam nadat de Van Imhoff door een aanval van een Japans marinevliegtuig tot zinken was gebracht en de geïnterneerden door de bemanning en bewaking aan hun lot waren overgelaten. Vader Kurt bleef gedurende de Japanse bezetting in Nederlands-Indië wonen. Na de oorlog keerde hij terug naar Duitsland. Zijn schoondochter Marga hertrouwde en verliet in 1956 Indonesië om met haar gezin in Nederland te gaan wonen.

  • Geboren: 9 mei 1905
  • Geboorteplaats: Wermelskirchen, Duitsland
  • Getrouwd op 14 mei 1936 met Margaretha Maria Ten Hoet (geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag)
  • Kind: Hans Wohl
  • Werk: medewerker firma Schlieper

Wolfgang Randel

Wolfgang Randel

Wolfgang Andreas Joachim Randel verliet Duitsland in 1936 om zo de militaire dienst te ontlopen. Waarschijnlijk werd hij geboren in 1918, een precieze datum is niet bekend. Wolfgang emigreerde naar Java, waar zijn beide oudere broers al woonden en aldaar genaturaliseerd waren. Zij woonden in Bandung en Semarang.

Wolfgang werkte op de kwekerij ‘Kintelan’, waar Hollandse groenten en bloemen werden gekweekt. Deze kwekerij lag op de westelijke helling van de berg Merbabu, ten noorden van Magelang in Midden-Java en was eigendom van de weduwe ‘tante Jet’ Geesink.

Jeppe Mellema, geboren 1926, ging tussen 1938 en 1940 tijdens de schoolvakanties naar dit (in zijn eigen woorden) paradijselijke oord, waar hij Wolfgang leerde kennen als een bijzonder aardige vaderfiguur. Hij kreeg onder andere paardrijlessen van hem.

Vanwege zijn Duitse nationaliteit werd Wolfgang op 10 mei 1940 geïnterneerd. Volgens de slachtofferlijst was Wolfgang geïnterneerd in blok E van het interneringskamp in Lawe-Sigalagala, Noord-Sumatra. Volgens Van Heekeren in Batavia seint Berlijn was blok E bedoeld voor ‘joden en verraders’.

Wolfgang Randel kwam om bij de scheepsramp met de Van Imhoff op 19 januari 1942. Wolfgang had geen directe nazaten. Of zijn broers kinderen hadden, is (ons) niet bekend.

Jeppe Mellema, die als tiener paardrijlessen van Wolfgang Randel kreeg, heeft voor dit portret bovenstaande informatie verstrekt. Mocht u meer over Wolfgang Randel weten, wilt u dat aan ons laten weten? Dan kunnen wij dit portret aanvullen.

  • Geboren:  waarschijnlijk in 1918
  • Geboorteplaats: ons niet bekend
  • Werk: medewerker van de groenten- en bloemenkwekerij ‘Kintelan’ in Midden-Java

Ferdinand Seiferth

Ferdinand Seiferth

Ferdinand Franz Seiferth werd geboren op 18 februari 1918. Hij bracht zijn jeugd door in Wenen, samen met zijn moeder Maria Seiferth en twee oudere zussen, Mary en Elsa. Hun vader was afwezig en hun leven was verre van gemakkelijk. Ze woonden in een krap, vochtig appartement, en de problemen werden alleen maar groter toen zijn middelste zus Mary het slachtoffer werd van tuberculose. Het overleven vereiste zware inspanningen, zelfs van de zieke Mary, die net als haar moeder als naaister in een fabriek werkte. Ook Ferdinand moest al jong geld verdienen: al op twaalfjarige leeftijd werkte hij als ober. Daarnaast moest hij ook nog naar school; de Oostenrijkse leerplicht gold in die tijd tot een leeftijd van veertien jaar.

Rond 1930 kreeg Ferdinand een kans om het harde leven in Wenen achter zich te laten. Via een vriendin ontmoette Ferdinands moeder Franz Victor Treipl, de van oorsprong Oostenrijkse eigenaar van het Grand Hotel Lembang, een luxueus etablissement nabij Bandung op Java, Nederlands-Indië. In Nederlands-Indië lukte het Treipl niet om voldoende ervaren en betrouwbare medewerkers te werven, dus zocht Treipl oplossingen in Oostenrijk. Hij deed zowel Ferdinand als Mary een aanbod om in zijn hotel te komen werken. Alles wat ze kenden zouden ze achter zich moeten laten, inclusief hun moeder Maria en hun zus Elsa. Maar het door economische crisis getroffen Oostenrijk van begin jaren 1930 bood weinig toekomst voor kinderen uit arme families, dus ze accepteerden Treipls aanbod. Terwijl Mary direct met Treipl meeging, werd het vertrek van Ferdinand uitgesteld, waarschijnlijk totdat hij zijn Hauptschule-opleiding had afgerond.

Op de boot naar Java kreeg Mary een affaire met haar baas Franz Treipl en hieruit werd Victor Treipl geboren, die dus een neefje was van Ferdinand. Franz’ vrouw Hilda schuwde aanvankelijk elke betrokkenheid bij Mary of Victor, maar uiteindelijk gaf ze toe aan het verzoek van Franz om Mary en Victor te adopteren en in de familie Treipl op te nemen. Nadat Ferdinand in het hotel was aangekomen, werd ook hij als een familielid behandeld. Voor de kleine Victor was hij ‘Oom Ferdi’.

Het leven in het Grand Hotel Lembang moet een verademing zijn geweest voor Ferdinand. Lembang was hoog in de bergen gelegen, had daardoor een erg prettig klimaat en stond zelfs bekend als een kuuroord. De arbeidsomstandigheden voor Ferdi waren ook aanzienlijk beter dan in Wenen. Hij werd als manager verantwoordelijk voor de eetzaal – die zo’n honderd gasten kon herbergen –  waarbij hij leiding gaf aan de djongossen, de mannelijke bediendes. Door zijn relatief hoge positie kon Ferdinand zich al op twintigjarige leeftijd een eigen motorfiets veroorloven, waarmee hij graag door de omgeving reed. Een grote luxe voor iemand die in armoede was opgegroeid. Misschien dat Ferdinand wel last had van heimwee, maar het hielp ongetwijfeld dat de eigenaar en andere medewerkers van het hotel Oostenrijks waren en dus dezelfde taal spraken.

Op 12 december 1939 sloeg het noodlot toe en stierf Ferdinands zus Mary aan tuberculose. Ferdinands levenslange vertrouweling was verdwenen. Slechts een week later overleed ook zijn baas Franz Victor Treipl aan de gevolgen van angina pectoris, hetgeen een extra last op de schouders van Ferdinand legde. En meer tegenslag volgde. Toen op 10 mei 1940 de meeste mannelijke Duitse en Oostenrijkse staatsburgers in Nederlands-Indië werden geïnterneerd, was Ferdinand in Bandung inkopen aan het doen voor het hotel. Hij werd ter plekke gearresteerd. Samen met twee andere Oostenrijkse familieleden van het hotel werd hij opgesloten in een kamp op het eiland Onrust, ten noorden van de kust van Jakarta. Vanaf daar werd hij overgebracht naar Lawé-Sigalagala, in Noord-Sumatra. Op 19 januari 1942 kwam Ferdinand op drieëntwintigjarige leeftijd om bij de ramp met de Van Imhoff. Hij werd erg gemist door zijn neefje Victor. Over de jeugd van haar vader Victor Treipl en zijn familie schreef diens dochter Birgit Treipl een indrukwekkend boek, Schuilen tussen bamboe.

door Pieter van Strien

 

  • Geboren: 18 februari 1918
  • Geboorteplaats: Wenen, Oostenrijk
  • Werk: Restaurantmanager bij Grand Hotel Lembang
Karl Willem Meerbothe

Karl Willem Meerbothe

Karl Willem Meerbothe werd op 19 december 1888 in Ammendorf geboren. Van 1908 tot eind maart 1911 vervulde hij zijn dienstplicht als stoker bij de Duitse marine. Na vele omzwervingen, die hem onder andere naar Brazilië brachten, tekende hij in september 1913 voor de duur van zes jaar als beroepsmilitair bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Drie maanden later voer hij met het stoomschip Koningin Emma naar Nederlands-Indië. Toen hij in 1919 uit dienst trad, had hij als fuselier deelgenomen aan verschillende veldtochten en als dank voor zijn inzet voor de kolonie eretekens ontvangen. Op 10 november 1920 kreeg hij in Palopo in Zuid-Sulawesi zijn paspoort met certificaat voor goed gedrag.

Hij vervolgde zijn loopbaan als geoloog in de Buton Asphalt Maatschappij op Sulawesi, het huidige Sulawesi. Daar ontmoette hij Né Nipi. Samen kregen zij drie kinderen, Willem (Wim), Lies en Mady. Nipi’s nichtje Laba woonde enige tijd bij haar oom en tante in, waarschijnlijk voordat de kinderen waren geboren. In het boek Feasts of Honor: Ritual and Change in the Toraja Highlands van de antropoloog Toby Alice Volkman (1985) komen zowel Nipi als Laba aan het woord. Laba herinnerde zich de avontuurlijke en leerzame tijd, toen geologisch onderzoek van haar oom hen over heel centraal- en zuidoost-Sulawesi bracht.

Na een tragisch ongeval in de mijnen waarbij Karl zijn rechterhand verloor, moest hij ontslag nemen. Hij vertrok naar Bandung met Willem en Lies. Né Nipi en hun jongste dochter Mady bleven achter op Sulawesi. Nipi zou niet hertrouwen.

In Bandung ontmoette Karl zijn tweede vrouw en opende samen met haar een sociëteit. Zoals alle Duitse mannen in Nederlands-Indië overkwam, werd Karl op 10 mei 1940 opgepakt en naar een interneringskamp gebracht. Vanuit het kamp onderhield hij contact met zijn zeventienjarige dochter Lies die alleen achterbleef nadat haar stiefmoeder het gezin verliet. Zij werd uiteindelijk opgevangen door de familie Doeve, wiens zoon Gustaaf als pianist bij de sociëteit werkte. In september 1941 gaf hij vanuit kamp Lawé Sigala-Gala op Sumatra toestemming aan zijn dochter en Gustaaf om te trouwen. Hij wenste hen veel geluk, al had hij liever dat ze hadden gewacht tot na zijn terugkeer in Bandung. Het speet hem dat hij niets had gehoord van zijn vrouw en zoon.

Karl zou niet meer terugkeren. Hij was 54 jaar toen hij aan boord van de Van Imhoff ging en om het leven kwam nadat het schip tot zinken was gebracht na een bombardement door een Japans vliegtuig en de bemanning was gevlucht met achterlating van de Duitse geïnterneerden.

Gustaaf werd in 1942 kort na het huwelijk met Lies geïnterneerd in een Japans kamp. De relatie hield geen stand. Na de oorlog ontmoette Lies haar toekomstige man op het schip De Bloemenfontein dat hen naar Nederland bracht. Nipi verloor het contact met haar dochters, die beiden naar Nederland waren gegaan. Wim bleef in Indonesië. Hij werkte in Jakarta en daarna als parelvisser aan de kust van Sulawesi, waar hij zijn vrouw ontmoette. Begin jaren zeventig vond hij zijn moeder terug en herstelde het contact. In 1992 zocht Lies hem op in Sulawesi en later kwam hij naar Nederland om Mady te bezoeken.

  • Geboren: 19 december 1888
  • Geboorteplaats: Ammendorf, Duitsland
  • Getrouwd met Né Nipi, in de jaren ’30 hertrouwd met een Nederlands-Indische vrouw
  • Kinderen: Willem, Lies en Mady
  • Werk: stoker, beroepsmilitair KNIL (fuselier), geoloog, oprichter sociëteit in Bandung